Afgelopen week schreef ik een whitepaper over governance tijdens en na corona, samen met TIAS School for Business and Society en ECBO . Hierin gebruiken wij onder meer het vijf stappenplan van Sneader en Singhal (2020) over het omgaan met deze crisis op weg naar ‘het nieuwe normaal’:
- Resolve: acute problemen oplossen, crisismanagement;
- Resilience: volhouden, overleven, eindjes aan elkaar knopen;
- Return: normale operatie weer opstarten;
- Reimagine: herbezinnen, lessen leren;
- Reform: hervormen.
Zoals blijkt uit alle communicatie vanuit de overheid zitten we nu in de fase van het volhouden, en hopen we (zeer) binnenkort de volgende fase in te kunnen. Het wordt wordt ook al duidelijk dat wij als samenleving niet op korte termijn, of zomaar, terug kunnen naar de manier waarop het voor de crisis ging.
Dit betekent dat we op zoek moeten naar ‘het nieuwe normaal’ en dat betekent onder meer dat scholen onderwijs moeten bedenken en ontwikkelen dat voldoet aan de normen van de ‘anderhalve meter maatschappij’, waarvan nu al wordt gezegd dat het nog wel tot twee jaar kan duren. Er zal een nieuw normaal moeten ontstaan dat garant staat voor kwalitatief goed onderwijs, waarin niet alleen recht wordt gedaan aan kennis- en talentontwikkeling, maar waar ook sprake kan zijn van overdracht van waarden.
In de eerste fase na de uitbraak van Corona was het alle hens aan dek, en was er geen ruimte om na te denken over hoe dit nieuwe normaal eruit gaat zien. Inmiddels hoor ik docenten al zeggen dat zij mogelijkheden zien om hun onderwijs op langere termijn beter te maken, en hun ervaringen met afstandsonderwijs te integreren in een nieuwe vorm van blended onderwijs. Er zal ontwikkeling ontstaan in heel veel scholen, en naar mijn verwachting veel initiatieven die deze ontwikkeling willen begeleiden.
Ik geloof er niet in dat het wenselijk is om deze initiatieven de vrije hand te geven. Ik pleit er in deze column voor om dit te laten verlopen door borging van kwaliteit via het kwaliteitsmanagementsysteem.
Professionele ruimte dankzij een goed kwaliteitsmanagementsysteem
Het denken over kwaliteitsmanagementsystemen vindt zijn oorsprong in ‘scientific management’. Begin vorige eeuw werden efficiëntie en effectiviteit de belangrijkste doelen voor de productie in de fabrieken. Managers stelden plannen op en de uitvoering liet men gecontroleerd verlopen via handboeken, regels, en procedurebeschrijvingen. Managers en later kwaliteitsmedewerkers maten of de uitvoering ook tot de gewenste resultaten kwam, en zo niet, dan werd er opgetreden en werden nieuwe regels bedacht om de arbeiders harder en beter te laten werken. Zo hield men de arbeiders in het gareel en zorgde men voor goede winsten voor de eigenaren.
Tegenwoordig is in veel organisaties sprake van een andere realiteit, en zou het er het niet om moeten gaan de professionals onder de duim te houden. Het kwaliteitsmanagementsysteem is er nu voor om te bezien of de mensen in de organisatie de neuzen dezelfde kant op hebben staan en of datgene wat men voor ogen heeft ook wordt bereikt. Zodoende biedt het systeem de kaders, richtlijnen en richting voor het werken aan de kwaliteit van het gehele onderwijs in de school. Het hoeft ook geen strak keurslijf meer te zijn, er zijn mogelijkheden om (beargumenteerd) af te wijken van stelregels en procedures, zolang de essentie behouden blijft. Zodoende biedt een goed kwaliteitsmanagementsysteem ruimte voor de uitvoering door de professional, terwijl het ondersteunend is aan het realiseren van het beleid in de school. Dit kan alleen, zolang het instrument op zichzelf niet leidend is in het denken over kwaliteit.
Doelen bepalen voor ‘het nieuwe normaal’
Een belangrijk onderdeel in de werking van het kwaliteitsmanagementsysteem is het bepalen van de (hogere) doelen. Hier ligt een belangrijke uitdaging bij het denken over ‘het nieuwe normaal’. In ons whitepaper stelden we een aantal thema’s aan de orde:
- De blend van fysiek en online onderwijs: wat kan (vaker) op afstand, wat moet fysiek? Hoe verhoudt de sociale functie van de school zich tot leerresultaten? Welke rol kunnen docenten spelen bij de vormgeving van nieuwe verhoudingen?
- Kwaliteitsborging en examinering: is het mogelijk om . Zijn standaard eindtoetsen nog wel van deze tijd? Hoe borg je dat je weet dat leerlingen voldoende (of optimaal) leren? Waar vertrouw je (meer) op de professionaliteit van docenten? En wat is die professionaliteit dan?
- De school als organisatie, waarin wordt samengewerkt: welke oplossingen zijn er om effectief samen te blijven werken, met minder fysieke ontmoeting? Is thuiswerken de nieuwe norm, en zo ja, welke gevolgen heeft dit op de kwaliteit van de samenwerking, de infrastructuur, maar ook voor de balans werk-privé?
- Verbinding van de school met de sociale omgeving: welke rol heeft de school binnen de buurt? Hoe kan een school bijdragen aan gemeenschap(svorming)? Hoe kan de school bijdragen aan het leren van sociale vaardigheden, zoals zelfbeheersing tijdens de crisis?
- De governance: wie gaat over het bepalen van de richtinggevende antwoorden op de vragen die gaan over het onderwijs binnen de school. Onder druk waren dit de professionals zelf. Blijft dit zo? En onder welke omstandigheden is dat wensenlijk? Welke rol gaan College van Bestuur en Raad van Toezicht hierin spelen?
Met elkaar zullen bestuur, beleidsadviseurs, kwaliteitsmanagers, docenten, en mogelijk ook andere stakeholders zoals leerlingen, ouders, bedrijven en anderen, bepalen welke doelen belangrijk zijn en wat deze doelen betekenen voor de feitelijke vormgeving van het onderwijs.
Kwaliteitsborging tijdens en na corona
Opvallend is dat er langzaamaan twee kampen ontstaan die de ontwikkeling naar het nieuwe normaal op langere termijn duiden. Aan de ene kant is er een groep mensen die fundamenteel niet gelooft dat mensen in staat zijn tot een wezenlijke omslag. Op het moment dat we terug kunnen naar het oude, dan zal dit ook massaal gebeuren. Van enige verandering onder invloed van deze corona crisis is in dit beeld geen sprake.
Aan de andere kant zijn er de veranderingsgezinden. Zij geloven dat alles na de crisis anders zal zijn, dat de wereld hierna nooit meer hetzelfde zal zijn en iedereen alles wezenlijk anders zal blijven doen dan zij altijd hebben gedaan. Wat mij betreft zal de waarheid in het midden liggen. Ik geloof niet zo in extremen, en denk dat we vooral zorgvuldig moeten nadenken hoe we lering kunnen trekken uit de goede dingen die deze crisis ons brengt.
Er zijn veel ervaringen opgedaan met nieuwe technieken, maar weten we eigenlijk nog vrij weinig van de effectiviteit: wat heeft nou gewerkt, en wat niet? Waarom wel, en waarom niet? Voor wie heeft het wel, en voor wie heeft het niet gewerkt? Wat vinden we daar nou eigenlijk van? Wat leren we van deze ervaringen en wat betekent dit voor de toekomst: wat willen we behouden, en wat vooral niet?
De volgende stap op weg naar een nieuw normaal begint volgens mij met het formuleren van antwoorden op deze fundamentele vragen. Omdat alles nieuw is, is het wenselijk te onderzoeken of en in hoeverre de vormgeving van het nieuwe onderwijs ook werkelijk leidt tot het realiseren van de gestelde (hogere) doelen.
Deze verkrijgen we door meten van kwaliteit en hiervan te leren. Zo draagt het kwaliteitsmanagementsysteem steeds weer bij aan de ontwikkeling van ‘het nieuwe normaal’ in de school. Laat dit samen onderzoeken en leren een mooie start zijn van van het nieuwe normaal in schoolontwikkeling.
Literatuur
Sneader, K. & Singhal, S. (2020). Beyond coronavirus: The path to the next normal. Maart, 2020. Geraadpleegd via https://www.mckinsey.com/industries/healthcare-systems-and-services/our-insights/beyond-coronavirus-the-path-to-the-next-normal, 15-04-2020
Vermeulen, M., Hermanussen, J., Oosterling, M. (2020). Governance in het mbo tijdens en na corona. April 2020. Geraadpleegd via https://www.tias.edu/docs/default-source/documentlibrary_fsinsight/governance-in-het-mbo-tijdens-en-na-corona.pdf